11 november 2017

Symposium 'Voltooid leven, hoezo?'

 

Voltooid leven, hoezo?

“Menselijk leven is pas voltooid op het door God bepaalde stervensuur.” Dat zei Tom van Staveren (geestelijk verzorger bij verpleeghuis Salem) donderdagavond op een druk bezocht symposium rond het thema ‘Voltooid leven’. Deze avond, die gehouden werd in Haestinge, was georganiseerd door Lelie Zorggroep, NPV afdeling Tholen en SGP Tholen.

In zijn lezing ging Van Staveren in op de problematiek rondom voltooid leven. God is de Schepper van alle leven. Hij heeft een taak voor ons, zolang we leven. “Is er in deze tijd nog ruimte om waardig oud te worden?”, zo vroeg hij zich af. De moderne mens bepaalt zelf wanneer het einde is. Toch blijkt dat persoonlijke wensen en verzoeken m.b.t. een gewenst levenseinde vaak minder sterk en zeker zijn dan de maatschappelijke discussie doet vermoeden.

Achter de vraag naar euthanasie zit vaak veel eenzaamheid. Ook zingevingsvragen spelen een rol. De Heere Jezus toonde zich juist bewogen met het zwakke, zieke en kwetsbare leven. Daarom moeten ook wij ons daarvoor inzetten. Toon als mantelzorger bij de zieke, eenzame medemens juist een luisterend oor. Je kunt nooit op alle vragen antwoorden hebben. Open vooral de Bijbel. Laten we zo met elkaar omzien naar de hulpbehoevende medemens.

Na de hoofdlezing konden de deelnemers kiezen uit zes workshops. Kees Goedhart (kaderarts palliatieve zorg bij Lelie Zorggroep) sprak over medisch-ethische vragen rondom het levenseinde. De palliatieve zorg is in drie fasen op te delen: de ziektegerichte palliatieve fase, de palliatief symptomatische fase en de terminale fase. De vraag naar euthanasie komt vaak tijdens de tweede fase naar boven. De derde fase is gericht op het bieden van comfort (het de zorgvrager zo gemakkelijk mogelijk maken). Voortdurend speelt de vraag wat er nog wel en wat er niet meer gedaan moet worden (reanimeren, antibiotica toedienen, beademen, vochtinfuus geven, bloedtransfusie toedienen, morfine geven). Je hebt hierbij te maken met de medische feiten en de beleving van de patiënt. De arts adviseert en neemt in overleg met de familie besluiten. Palliatieve zorg is maatwerk (ieder geval is anders). De uitleg in gesprekken is heel belangrijk voor de beeldvorming die blijft hangen. Als er verschil van mening is, moet vooral worden afgegaan op observaties en argumenten.

Als er stervensangst is moeten we proberen die te duiden. Dat vergemakkelijkt de begeleiding. Soms wordt er in de terminale fase sedatie toegepast. Hierdoor wordt het bewustzijn van de patiënt verminderd, waardoor minder pijn en ongemakken ervaren worden. Sedatie is niet levensbekortend. Toch wordt er naar de mening van Goedhart te veel gesedeerd. “Momenteel is bij ongeveer 18% van alle sterfgevallen sedatie toegediend. Dat is een veel te hoog percentage. Wees terughoudend en sedeer alleen in die situaties waarin het echt noodzakelijk is. Anderzijds moeten we ook geen lijden aan het stervende leven toevoegen.”

De workshop netwerkberaad begon direct interactief. Workshopleider Anneloes van Dijk vroeg iedereen te gaan staan. Er werden een aantal vragen aan de leden gesteld waarbij ze moesten blijven staan als het antwoord positief was. De vragen die werden gesteld waren: Woont u in Sint-Maartensdijk? Heeft u kinderen? Heeft u zorgen? Bent u mantelzorger? De groep kwam zo direct achter een aantal punten die we met elkaar gemeen hebben. Zo werkt dat ook in de samenleving. Op bepaalde vlakken heb je met iemand een raakvlak en op andere vlakken weer met anderen. En dat bepaalt wat jouw netwerk is. Je kunt dat voor jezelf ook in beeld brengen. Tijdens de workshop werd geleerd je eigen netwerkkaart in te vullen door op 10 stickers namen te schrijven van mensen in je omgeving. Relaties vanuit familie, kennissen, werk, buurt of anders. Aan de hand van een ingevulde netwerkkaart kan bij iemand die zorg nodig heeft bepaald worden wie een rol zou kunnen vervullen in de mantelzorg. Enerzijds om iemand die eenzaam is een netwerk te  bieden. Anderzijds om mantelzorgers te ontlasten door ook anderen in te zetten. Er kan ook een netwerkberaad gehouden worden. Dat is zo'n groep mensen in iemands netwerk die samen met de betrokkene afspraken maken over wie wat doet. Dat kan gaan over bezoekjes, maar ook over medicijngebruik of vervoer.

Dit kan ook in samenwerking met gemeente en zorgverleners. Zo leg je als samenleving een 'warme deken' om iemand heen.