16 april 2015

Plannen snel internet voor buitengebied

Minister Kamp heeft in een brief aan de Tweede Kamer zijn plannen gepresenteerd voor snel internet op het platteland. De SGP-Statenfractie is blij met de voorgenomen plannen en wil dat iedereen in de Provincie Zeeland eerder dan 2020 gebruik kan maken van snel internet. De Provincie heeft hierin een belangrijke rol. De SGP wil dat de Provincie een plan uitwerkt in samenspraak met het Ministerie van Economische Zaken dat kans maakt op de nieuwe gelden die beschikbaar komen uit het Europees Fonds voor strategische investeringen. Dat kan alleen als er één plan wordt gemaakt voor heel Zeeland.

Het Kabinet heeft de ambitie dat in 2020 iedereen toegang heeft tot internet met een snelheid van minimaal 30 megabit per seconde (Mbps) en dat 50 procent van de huishoudens een internetaansluiting gebruikt met een snelheid van minimaal 100 Mbps. In Zeeland is de vraag groot naar snel internet: Zeeuwse bedrijven, recreatieondernemers, landbouwers en inwoners zitten met smart te wachten op een goede aansluiting. Bedrijven en toeristen trekken weg uit Zeeland als er geen gebruik gemaakt kan worden van snel internet. Ook agrariërs hebben grote behoefte aan snel internet voor hun werk.

Naar aanleiding van verschillende vragen van de SGP-Statenfractie heeft het College van Gedeputeerde Staten de volgende antwoorden gegeven:
1. In hoeverre is de Provincie Zeeland actief betrokken bij de plannen van het Ministerie van Economische Zaken?

Ambtelijk vindt afstemming plaats in InterProvinciaalOverleg (IPO) verband over de voortgang, aanpak en uitdagingen bij de digitale agenda's van de verschillende Provincies. Het Ministerie van Economische Zaken is ook in dit overleg vertegenwoordigd. In dit gremium zijn het onderzoek en de brief van de minister aan de Tweede Kamer aangekondigd en besproken.


2. Is het College met de SGP eens dat eerder dan 2020 iedereen in Zeeland toegang heeft tot internet met een snelheid van minimaal 30 Mbps?

Het College is van mening dat alle Zeeuwen de beschikking zouden moeten hebben over een snelle internetverbinding. Middels het Actieplan Digitale Agenda wordt aan deze doelstelling gewerkt. Dit doen we samen met relevante partijen, zoals gemeenten en brancheverenigingen.


3. Is het College met de SGP van mening dat het aanleggen van glasvezel op het platteland geen haalbare oplossing is vanwege de financiën en dat ingezet moet worden op internet via radiofrequentie?

Op veel plaatsen in het buitengebied is het aanleggen van een glasvezelnetwerk economisch niet haalbaar. Een van de uitkomsten van het Actieplan Digitale Agenda is dat in Zeeland een balans gezocht moet worden tussen vaste netwerken en (vaste) draadloze oplossingen. Dit is geheel in lijn met de brief van de Minister. In Sluis wordt concreet invulling gegeven aan deze gebiedsdifferentiatie. Voor de kuststrook waar recreatie ondernemers met een grote vraag naar bandbreedte gevestigd zijn, wordt gewerkt aan een gezamenlijke vraag–bundeling voor glasvezel. Voor het overig deel van de gemeente Sluis en de adressen die een kleinere bandbreedte vragen in de kuststrook wordt onderzocht of een 'vast draadloos' netwerk haalbaar is.


4. Is het College bereid om dit jaar in samenspraak met het Ministerie van Economische Zaken een project uit te werken voor Zeeland dat kans maakt op financiering uit het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)?

De eerste stap is om samen met lokale en regionale partijen en met (een) provider(s) een haalbare businesscase te definiëren. Ons idee is om een businesscase voor een pilot project uit te werken waarmee de hele gemeente Sluis afgedekt wordt. Onderdeel van (elke) businesscase is financiering. Zodra er een duidelijke onderbouwing is van de financieringsvraag, bekijken we of ESFI hierin kan voorzien. ESFI zal uitgaan van hoge drempelbedragen (€ 50 mln.). Factoren als gewenste snelheid, deelnemende partijen, hoogte van het bedrag en de vraag wie de businesscase gaat uitvoeren spelen hierbij een belangrijke rol. Uiteraard zijn er al contacten met het Ministerie om de voorwaarden en ontwikkelingen rond ESFI te volgen en er waar mogelijk gebruik van te maken. In dit kader wordt ook gesproken met andere dunbevolkte regio's in Nederland om te verkennen of investeringsplannen te bundelen zijn.


5. Is het college bereid om in te zetten op een stevige lobby in Den Haag en Brussel om de financiering voor een uitgewerkt project binnen te halen?

Zie het gestelde onder 4.
In vergelijking met vaste netwerken, vraagt een 'vast draadloos' netwerk overigens geen miljoenen investering. Deze moet eerder gezocht worden in de orde van grootte van maximaal enkele tonnen per gebied (zoals Sluis) en mogelijk zelfs minder.